In een verklaring haalde de Commissie voor Burgerschap en Gendergelijkheid (CIG) het rapport aan van het Europees Instituut voor Gendergelijkheid (EIGE), getiteld "Institutional Mechanisms for Gender Equality in the EU - Current Realities, Future Priorities".
De studie, die de institutionele mechanismen voor gendergelijkheid in de 27 EU-landen beoordeelt, "plaatst Portugal in de Europese top 3, met 75% van de maximale score in de vier geanalyseerde indicatoren (...) alleen overtroffen door Zweden en Spanje."
"Deze internationale erkenning is een duidelijk teken dat politieke en technische investeringen in gendergelijkheid concrete resultaten opleveren," aldus CIG-voorzitter Sandra Ribeiro, geciteerd in de verklaring.
De geëvalueerde indicatoren zijn: politieke inzet, personele middelen, gendermainstreaming in het overheidsbeleid en de productie van naar sekse uitgesplitste statistieken, waarbij het rapport is gebaseerd op gegevens voor 2024.
Het EIGE benadrukt de nationale strategie voor gelijkheid en non-discriminatie (2018-2030), het "technische en politieke leiderschap" van de CIG, die de interactie tussen ministeries coördineert op het gebied van gelijkheidsbeleid, en de "implementatie van concrete mainstreaminginstrumenten, zoals gendereffectbeoordelingen en genderresponsieve budgettering, erkend als Europese best practice."
"In vergelijking met de vorige beoordeling (2021) heeft Portugal vooruitgang geboekt op alle indicatoren, waardoor het zijn positie als benchmarkland in de Europese Unie met betrekking tot institutionele mechanismen voor de bevordering van gendergelijkheid heeft versterkt," aldus de IGC.
Spanje is het EU-land met de hoogste score (86%), verkregen uit "het gemiddelde van de scores voor elk van de vier monitoringindicatoren, uitgedrukt als percentage van het maximaal haalbare", gevolgd door Zweden (78%) en Portugal, de enige lidstaten met een score boven de 70%.
Meer dan de helft van de landen van het blok (14) scoort onder de 50%, terwijl Bulgarije, Slovenië, Letland, Estland en Cyprus onder de 40% scoren, en Polen 17%, waardoor het "het enige land is met een totaalscore onder de 30%".
Het rapport beveelt aan dat de instellingen en organen van de EU gendergelijkheid definiëren als een begrotingsdoelstelling voor de lange termijn, met begrotingsdoelen voor interventies en activiteiten op het gebied van gendergelijkheid en gendermainstreaming.
"Het bevorderen van een Raadsformatie van de Europese Unie gewijd aan gendergelijkheid, waarin EU-ministers die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van dit recht regelmatig bijeenkomen, is een andere aanbeveling.