In een gezamenlijk communiqué van de ministers van Binnenlandse Zaken, Plaatsvervangende en Parlementaire Zaken, Arbeid, Solidariteit en Sociale Zekerheid en de staatssecretaris voor Europese Zaken wordt benadrukt dat Portugal de tweede lidstaat van de Europese Unie is die de meeste niet-begeleide kinderen en jongeren uit Griekenland heeft opgevangen, in het kader van het Europese vrijwillige herhuisvestingsprogramma van CJENA.
"Met deze groep jongeren die nu door Portugal wordt opgevangen, bereikt de Europese Commissie het symbolische aantal van 5.000 die vanuit vluchtelingenkampen in Griekenland naar Europese landen zijn overgebracht, in een inspanning die in maart 2020 begon, na een oproep van de Griekse regering", luidt de verklaring.
Volgens de Executive heeft Portugal sinds het begin van dit proces een beslissende rol gespeeld in de door de Europese Commissie aangegane verbintenissen, door tot op heden in totaal 286 kinderen en jongeren op te vangen die niet door dit programma worden begeleid.
De regering onderstreept dat het "een inspanning is die het land zal voortzetten, in afwachting van de komst van nieuwe groepen kinderen en jongeren, met als doel de nationale verbintenis om tot 500 jongeren uit deze kampen op te vangen".
Dit werk is op het terrein gecoördineerd door de Hoge Commissaris voor migratie, de Dienst vreemdelingen en grenzen en het Instituut voor sociale zekerheid, samen met Santa Casa da Misericórdia in Lissabon, met Casa Pia in Lissabon.