In het document analyseert de CGTP de officiële statistieken, waaruit blijkt dat het gemiddelde loon van de economie als geheel in 2022 in reële termen met 4,5% is gedaald ten opzichte van 2021, waarbij de daling van werknemers bij de overheid groter is (-5,7%) dan die van de particuliere sector (-3,6%).

In deze context van algemeen koopkrachtverlies "worden werkende vrouwen nog meer onderbetaald dan werkende mannen", benadrukt de vakbond.

Volgens de analyse hebben vrouwen "een basissalaris dat 13% lager ligt, een verschil dat in 2021 gemiddeld 153 euro bedroeg, maar dat bij het hoger management rond de 600 euro lag."

"Het is onder de meest geschoolde werknemers dat de kloof procentueel groter is: 24,5% bij het hoger kader, 14% bij het middenkader en 16,5% bij de hooggekwalificeerde professionals", luidt het document.

De loonkloof tussen werknemers en niet-gekwalificeerde werknemers bedraagt 6,8% "door het bestaan van het nationale minimumloon, waar werkende vrouwen 52% uitmaken", voegt het vakbondscentrum eraan toe.

Ongeveer 30% van de vrouwen in de particuliere sector verdient het nationale minimumloon, tegenover 23% voor mannen, aldus de CGTP, die zich beroept op gegevens van het ministerie van Arbeid, Solidariteit en Sociale Zekerheid voor juli 2021.

Wat thuiswerk en telewerk betreft, deden 454.600 vrouwen (18,7% van de vrouwelijke werknemers) dat in het vierde kwartaal van vorig jaar: 28% werkte altijd thuis, 29% regelmatig op verschillende manieren, 28% buiten de werkuren en 14% stipt, aldus de CGTP.

De studie stelt ook vast dat bijna 1.800.000 werknemers in ploegendienst, 's nachts, op zaterdag of zondag of in een combinatie van deze soorten roosters werken, waarvan 872.600 vrouwen (49% van het totaal).

De CGTP houdt tussen 6 en 10 maart de 10e editie van de week van de gelijkheid met verschillende initiatieven in het land, waaronder stakingen, optochten en demonstraties, vooral op 8 maart, de Internationale Vrouwendag.