De heilige Bonaventura, bekend als de Serafijnse Dokter, werd geboren in Bagnoregio, Italië, in 1218. Hij trad op 22-jarige leeftijd in bij de Franciscanen en veranderde zijn naam Johannes in Bonaventura, wat Gelukkige-Toekomst betekent. In Parijs, waar hij naartoe werd gestuurd om zijn studie af te maken, raakte hij bevriend met Thomas van Aquino. Toen deze hem vroeg wat de bron van zijn wijsheid was, liet hij hem een kruisbeeld zien. Hij maakte van zijn studie een voortzetting van het gebed, en van het gebed een voorbereiding op de studie. Er verscheen altijd een opmerkelijke opgewektheid op zijn gezicht, wat bevestigde wat hij placht te zeggen: Een geestelijke vreugde is het grootste teken van de goddelijke genade die in de ziel woont.

Credits: PA; Auteur: PA;

Op 35-jarige leeftijd werd Bonaventura tot generaal van de Franciscanen gekozen en genas hij de verdeeldheid die was ontstaan door de verschillende interpretaties van de gelofte van armoede. Thomas van Aquino, die op een dag kwam toen Bonaventura de biografie van Sint Franciscus aan het schrijven was, zag hem door de deur van zijn cel in contemplatie. Hij ging weg en zei: Laten we een heilige laten werken voor een heilige. In 1273 stuurde paus Gregorius X enkele afgevaardigden uit Rome om hem tot kardinaal te benoemen. Ze vonden Bonaventura in een klooster in de buurt van Florence waar hij de afwas deed. Omdat hij zijn werk niet wilde onderbreken, zei hij dat ze de hoed van de kardinaal en de andere insignes voorlopig aan een boom moesten hangen. Bonaventura stierf in 1274 terwijl hij het Tweede Concilie van Lyon in Frankrijk bijwoonde.