De informatie werd aan het agentschap Lusa verstrekt door Europese bronnen, die verklaarden dat het verzoek in april jl. door de Portugese uitvoerende macht aan de Europese Commissie werd gericht, zodat deze maatregelen kon goedkeuren zoals de verlaging van de belasting op aardolieproducten (ISP) die overeenkomt met de verlaging van het BTW-tarief voor brandstof met 10 procentpunten (van 23% naar 13%).
Naast Portugal heeft Brussel een soortgelijk verzoek van Zweden goedgekeurd, waarbij "de Raad [van de EU] deze besluiten vóór eind september moet goedkeuren", aldus dezelfde bronnen.
Volgens het besluit van de Commissie over het Portugese verzoek van 22 augustus, waartoe Lusa vandaag toegang had, "wordt Portugal gemachtigd op diesel en loodvrije benzine die als brandstof worden gebruikt, lagere accijnstarieven toe te passen dan de in deze richtlijn vastgestelde minimumbelastingniveaus".
In de motivering bij het besluit staat dat "de gevraagde geldigheidsduur loopt tot 31 december 2022, dat wil zeggen binnen de maximaal toegestane termijn".
"Volgens de Portugese autoriteiten is het doel van de maatregel het verzachten van de hoge detailhandelsprijzen voor brandstoffen in verband met het verbruik van brandstoffen, die het gevolg zijn van de huidige geopolitieke ontwikkeling en die zowel huishoudens als bedrijven rechtstreeks treffen", aldus de toelichting.