In een zeldzame stap heeft Portugal publiekelijk de Europese Commissie uitgedaagd en bedenkingen geuit over de voorgestelde herziening van de Tabaksaccijnsrichtlijn (TED). Het standpunt van Lissabon, verwoord door het ministerie van Financiën, waarschuwt voor de risico's van meer illegale handel, jaarlijkse inkomstenderving die kan oplopen tot 1,5 miljard euro en de uitholling van de fiscale autonomie van de lidstaten. Samen met landen als Griekenland, Roemenië, Zweden en Bulgarije staat Portugal nu in het middelpunt van een groeiend verzet tegen een maatregel die, onder het mom van volksgezondheid, de fiscale macht in Brussel dreigt te centraliseren, zonder rekening te houden met de economische, culturele en sociale bijzonderheden van de EU-lidstaten.

Het TED-voorstel wil de belasting op tabaksproducten harmoniseren door traditionele sigaretten gelijk te stellen aan alternatieven met een lager risico, zoals vapes, nicotinepakjes en verwarmde tabak. Deze alternatieven, die door miljoenen Europeanen worden gebruikt om te stoppen met roken, hebben een aanzienlijk lagere impact op de volksgezondheid, zoals wordt bevestigd door wetenschappelijke studies, waaronder die van het JAMA Network, waaruit blijkt dat vaping een effectief stopmiddel kan zijn door de blootstelling aan schadelijke stoffen die vrijkomen bij de verbranding van sigaretten te verminderen.

Desondanks houdt de Commissie vast aan het belasten ervan alsof ze gelijkwaardig zijn aan brandbare sigaretten, waarbij ze het bewijs negeert en mensen straft die op zoek zijn naar minder schadelijke opties. Erger nog, ze stelt drastische belastingverhogingen tot 790% voor op nicotinezakjes, waaronder de Zweedse witte snus, met het expliciete doel om inkomsten te genereren voor de EU-begroting ten koste van de nationale schatkisten.

De Portugese regering gaf een scherp geformuleerde verklaring uit waarin ze haar bezorgdheid uitte over het feit dat deze nieuwe regels niet alleen de volksgezondheid zouden ondermijnen door de overstap naar minder schadelijke producten te ontmoedigen, maar ook de illegale markt zouden aanwakkeren. Dit is een gegronde zorg, aangezien ervaringen in landen als Frankrijk en Italië aantonen dat abrupte verhogingen van tabaksaccijnzen hebben geleid tot een toename van smokkel, waarbij illegale netwerken volledig buiten sanitaire of fiscale controle opereren.

Even onmogelijk om te negeren is de onderliggende poging tot fiscale harmonisatie. Het creëren van een Europese belasting onder het mom van volksgezondheid zou inkomsten onttrekken aan de nationale schatkisten. In het geval van Portugal zou dit kunnen oplopen tot 1,5 miljard euro per jaar en het Ministerie van Financiën was ondubbelzinnig in zijn verklaring dat de TED onder deze omstandigheden simpelweg onaanvaardbaar is.

Portugal sluit zich daarmee aan bij andere landen die hun zorgen al hebben geuit, elk vanuit hun eigen realiteit. Zweden, bijvoorbeeld, leidt Europa in het beperken van tabaksschade met zijn model gebaseerd op snus en andere alternatieven die de sigarettenconsumptie naar een historisch dieptepunt hebben gedreven. Rookvrij" worden is een haalbaar doel voor de Zweden zonder enige interventie van buitenaf, maar de TED dreigt die vooruitgang in gevaar te brengen door onevenredige belastingen op te leggen.

Griekenland en Bulgarije richten zich op de economische gevolgen, aangezien beide landen een aanzienlijk aantal banen en landbouw- en industriesectoren hebben die verband houden met tabak en die lokale gemeenschappen ondersteunen. Roemenië, dat dezelfde zorgen heeft als Portugal, waarschuwt voor de gevolgen voor de begroting en de destabilisatie van de interne markt.

Deze bezwaren, die verschillend maar complementair zijn, komen samen op een centraal punt: de herziening van de TED negeert nationale realiteiten, vertrapt de soevereiniteit van landen en legt een gevaarlijke oplossing op die niet de doelstellingen bereikt die het beweert na te streven.

Als de TED wordt goedgekeurd, zal het niet zomaar de zoveelste richtlijn zijn. Het zal een beslissende stap zijn in de richting van een EU-brede belastinggrondslag, met implicaties die verder gaan dan de tabakssector en de deur openzetten voor toekomstige centralisaties.

Het TED-voorstel moet unaniem worden goedgekeurd in de Raad van de EU, waardoor de lidstaten echt de macht hebben om het te blokkeren. Portugal zou deze kans moeten aangrijpen om allianties te smeden met Griekenland, Roemenië, Zweden en anderen en zo een verenigd front te vormen om fiscale soevereiniteit en economische samenhang te verdedigen. Dit is een cruciaal moment om te laten zien dat nationale belangen niet ondergeschikt kunnen worden gemaakt aan een centraliserende logica die, hoewel gepresenteerd met goede bedoelingen, de realiteit van de 27 lidstaten negeert.

Om deze boodschap kracht bij te zetten, is het essentieel dat het maatschappelijk middenveld en beleidsmakers zich mobiliseren. Het verzet tegen de TED mag geen technische aangelegenheid blijven; het is een strijd voor autonomie, voor het vermogen van elk land om zijn eigen fiscale en sociale prioriteiten te stellen en, ironisch genoeg, voor de volksgezondheid zelf. Portugal moet deze zorgen blijven verwoorden, het publieke debat stimuleren dat tot nu toe afwezig is geweest, en druk blijven uitoefenen op Brussel om zich te herbezinnen.

Nu terugkrabbelen zou betekenen dat we toegeven aan een trend die nobele doelen instrumentaliseert en de soevereiniteit van iedereen in toekomstige zaken bedreigt. Laat dit het begin zijn van een breder verzet, waarin lidstaten hun recht om over hun eigen toekomst te beslissen opnieuw bevestigen.