De bijeenkomst werd georganiseerd door de Faculteit Wijsbegeerte en Sociale Wetenschappen van het Regionaal Centrum van Braga, de Katholieke Universiteit van Portugal, de Pauselijke Gregoriaanse Universiteit en de Universiteit van Deusto, en telt onder meer mee met de partnerschappen van het Centrum voor Filosofische en Humanistische Studies en de Stichting voor Wetenschap en Technologie.
"Deze conferentie wil een gelegenheid bieden voor de presentatie en de bespreking van werk en onderzoek over de plaats en de rol van het onderwijs bij de bevordering en de tenuitvoerlegging van sociale, culturele en politieke rechtvaardigheid, alsook van de mensenrechten in een kritisch en transformerend perspectief." Aan de conferentie werd deelgenomen door vele universitaire onderzoekers uit Portugal, Spanje, Brazilië, Italië, Litouwen, Angola en Mozambique, onderwijsprofessionals uit het kleuter-, basis- en middelbaar onderwijs, en persoonlijkheden uit de nationale en internationale politiek.
Tijdens de conferentie, waaraan werd deelgenomen door Nobelprijswinnaar Ramos Horta en die werd geleid door professor João Duque, stelde Ramos Horta "een meer geëngageerde investering in de broederschap, in solidariteit, in de totstandbrenging van waarlijk democratische politieke projecten" voor.
De mededeling "Onderwijs voor Vrede: de erkenning van het goede in een open en multiculturele onderwijsomgeving", die door de Internationale School van Vilamoura werd gepresenteerd, is het resultaat van een onderzoek waarbij alle kleuterleerkrachten, muziek- en Engelse leraren, bibliothecarissen, technici en assistenten, leerlingen en hun gezinnen betrokken waren. Dit onderzoek komt tot stand onder het motto van het onderwijsproject "Educating for Kindness". Het beoogt een antwoord te geven op de initiële vraag: "Hoe kan de onderwijsomgeving een opvoeding tot Vrede bevorderen?"
De resultaten van het onderzoek dat wordt uitgevoerd in de kleuterschool, in een multiculturele onderwijsomgeving, waar leerlingen en gezinnen van 24 verschillende nationaliteiten elke dag samenleven, tonen duidelijk aan dat taal en culturele matrix geen belemmering vormen voor vrede en dat de open onderwijsomgeving, die autonomie, verantwoordelijkheid, respect, wederzijdse hulp en samenwerking tussen alle betrokkenen bij het onderwijsproces bevordert, een inspirerend voorbeeld is voor de kinderen.
De overdracht van het leren naar het gezin was ook zichtbaar door terminologie en concrete handelingen, zoals meer empathie en zorg voor anderen of zorg voor natuur en dieren. Daarom wordt geconcludeerd dat, zoals Thomas Lickona betoogt, het vermogen van kinderen om vriendelijk te zijn bij hen wordt geboren. De teams hebben echter vastgesteld dat het nodig is het gedurende het hele leven en vanaf zeer jonge leeftijd te cultiveren om er in de toekomstige samenleving de vruchten van te plukken.
De wijsheid van Gandhi indachtig: "Er is geen pad naar vrede. Vrede is de weg", zodat de school een essentiële rol speelt in de transformatie van de samenleving.