Aan de andere kant bejubelde de Zuid-Afrikaanse regering de uitspraak als een "beslissende overwinning" voor de internationale rechtsorde. Het is dezelfde uitspraak, maar twee radicaal verschillende interpretaties van wat het betekent. Welke is juist?

Het ICJ splitste het verschil, omdat noch een simpel 'ja' noch een definitief 'nee' de vraag goed zou beantwoorden. Het heeft niet gezegd dat Israël een genocide aan het plegen is en het heeft Israël ook niet bevolen om een onmiddellijk staakt-het-vuren te accepteren.

Het verwierp echter wel de eis van Israël om de zaak gewoon te verwerpen en bevestigde dat de Israëlische troepen in de Gazastrook het risico lopen genocide te plegen. Dus vaardigde de voorzitter van de rechtbank die de zaak behandelt, rechter Joan Donoghue (een voormalige hoge ambtenaar van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken), een aantal voorlopige bevelen uit die Israël moet opvolgen.

De vier belangrijkste bevelen luiden dat Israël moet voorkomen dat zijn troepen genocide plegen, dat het publiekelijk aanzetten tot genocide moet worden voorkomen en bestraft, dat het humanitaire hulp aan Gaza moet verlenen en dat het bewijsmateriaal van mogelijke schendingen van de Genocide Conventie moet worden bewaard. Israël moet binnen een maand aan het Hof rapporteren of het aan de eisen voldoet.

De meeste Israëli's zullen beledigd zijn door deze eisen, omdat ze het zelfs schandalig vinden om te suggereren dat hun soldaten zulke bevelen moeten krijgen. Het enige wat ze echter hoeven te doen is binnen een maand rapporteren dat de voorlopige bevelen van het Hof zijn opgevolgd.

Het ICJ is niet in staat om toezicht te houden op wat er werkelijk gebeurt in Gaza, en het zal letterlijk jaren duren voordat het Hof een uitspraak doet over de oorspronkelijke beschuldiging van genocide.

Waarom neemt iemand dan nog de moeite om zijn advocaten naar het ICJ te sturen? Omdat het de fragiele, tere aanzet is van wat op een dag, met veel geluk, zou kunnen uitgroeien tot een internationaal gerechtshof dat landen echt zou kunnen dwingen zich aan de internationale wetgeving te houden. Met andere woorden, 'fake it till you make it' op wereldschaal.

De nationalisten en populisten haten het idee van een 'op regels gebaseerde orde', omdat het hun mogelijkheden beperkt om te doen wat ze willen. De meeste mensen erkennen tegenwoordig dat zelfs machtige landen de bescherming van het internationaal recht nodig hebben omdat ze allemaal kwetsbaar zijn voor massaal geweld, maar zelfs in de verstandigsten onder hen is die erkenning permanent in strijd met oudere opvattingen over onbeperkte soevereiniteit.

Het gevolg is een voortdurende hypocrisie op elk niveau, van persoonlijk tot internationaal. Bronwen Maddox, directeur van de denktank Chatham House in Londen, vatte het dilemma van het meten met twee maten vorige week mooi samen, tenminste wat de westerse landen betreft.

"Het Westen geeft om democratie, maar niet als het leiders in andere landen wil installeren die het leuk vindt. Het respecteert soevereiniteit behalve wanneer het dat niet doet, zoals in Irak. Het pleit voor zelfbeschikking in Taiwan, maar niet in Catalonië. Ze steunt mensenrechten, maar niet in landen waar ze olie nodig heeft. Het verdedigt mensenrechten behalve wanneer het te moeilijk wordt, zoals in Afghanistan."

Soortgelijke beschuldigingen zijn waar, en in sommige gevallen nog waarder, voor niet-westerse landen. Het is een universeel probleem en het vraagt om een universele oplossing, maar die is nog ver weg.

Veel landen streven niet eens naar een oplossing. Sommige wijzen het af omdat ze de cataclysmische vernietiging van de moderne totale oorlog niet hebben gezien en niet begrijpen dat het onlosmakelijk verbonden is met totale onafhankelijkheid. Andere zijn gewoon dictaturen die de rechtsstaat zelfs internationaal niet kunnen tolereren.

Desondanks moet de inspanning om de internationale rechtsorde op te bouwen doorgaan, en zelfs hypocrisie is beter dan schaamteloos jubelen over wetteloosheid en kwaad.

Wat moeten we ondertussen denken van de beschuldigingen tegen Israël?

Het pleegt nog geen genocide in de algemeen begrepen betekenis van het woord, omdat de intentie 'een volk geheel of gedeeltelijk te vernietigen' er niet is. De wens om het Palestijnse volk te vernietigen mag dan in de harten van veel Israëli's sluimeren, maar ze hebben niet de middelen om zoiets te doen en het is niet het beleid van hun regering.

Waar de Israëli's zich op glad ijs begeven is bij het misdrijf 'publiekelijk aanzetten tot genocide', want er zijn hooggeplaatste leden van de huidige Israëlische regering die zich daar bijna dagelijks mee bezighouden. Premier Binyamin Netanyahu doet dat zelf niet, maar hij snoert ze niet de mond en spreekt ze ook niet tegen.

Dat durft hij niet, want zijn coalitie zou instorten als hij dat wel zou doen.


Author

Gwynne Dyer is an independent journalist whose articles are published in 45 countries.

Gwynne Dyer